Beslissingen bij het levenseinde
Mogelijke beslissingen bij het levenseinde - Beslissingen bij levenseinde in de palliatieve fase - Beslissingen bij het levenseinde en vroegtijdige zorgplanning
De medische wetenschap is vandaag tot zeer veel in staat. Mogelijks wilt u of uw geliefde de grootst mogelijke therapie krijgen die er te krijgen is. Uw artsen zullen u daar in bijstaan en met u op zoek gaan naar de juiste behandelingen. Misschien kijkt u net op tegen de zoveelste therapie. Omdat ze u of uw geliefde nog zieker doet voelen. Of omdat u vooral nog wilt leven, thuis en in voldoende comfort. Eerder dan op en af te rijden naar het ziekenhuis.
Het is uw fundamenteel recht om te vragen dat er met uw wensen rekening wordt gehouden. De wetgever heeft immers voorzien dat u een aantal keuzes kan maken.
Mogelijke beslissingen bij het levenseinde
Met het levenseinde in zicht zijn er drie grote groepen van keuzes die u kan maken:
1. Keuzes in verband met levensverlengend handelen:
Deze behandelingen zijn zoveel als mogelijk op 'genezing' gericht. Zelfs al kan genezen niet echt meer, ze proberen het leven zo lang mogelijk te maken.
- U kan er voor kiezen om een behandeling (bijvoorbeeld een chemokuur) niet meer op te starten of een lopende behandeling stop te zetten. De arts zal u goed informeren over de gevolgen van uw keuze. Vervolgens geeft de wet op de patiëntenrechten u het recht om uw eigen keuze te maken, los van het advies van de arts.
- Typische voorbeelden van keuzes die u kan maken zijn het niet meer reanimeren, het niet opstarten van vocht- en voedseltoediening via een infuus, niet meer naar het ziekenhuis overgebracht willen worden, geen antibiotica opstarten,...
- Wanneer u een duidelijk idee heeft van de behandelingen die u later nog wel of niet wilt, dan kan u daar nu al over praten met uw naasten en/of met uw arts. Zelfs al bent u niet ziek of nog lang niet in een palliatieve levensfase. Hoe specifieker uw wensen zijn, hoe meer we u aanraden dit met uw arts te bespreken. Hij kan u helpen met het schriftelijk vastleggen van uw keuzes in een wilsverklaring. Zo worden uw wensen beter afdwingbaar wanneer u het zelf niet meer kan zeggen.
2. Keuzes in verband met palliatief handelen en symptoomcontrole:
Dit zijn behandelingen die vooral de levenskwaliteit en het comfort van de ongeneeslijk zieke patiënt willen verhogen, zonder het leven te 'rekken'.
- Soms kan er nog een 'palliatieve therapie' worden gegeven, bijvoorbeeld een chemotherapie. Die is dan gericht op comfort, niet op genezing.
- Ook 'palliatieve sedatie' valt hieronder. Lastige en pijnlijke symptomen kunnen in een terminale fase vaak niet meer bestreden worden. Palliatieve sedatie is dan het zodanig opdrijven van de medicatie dat de patiënt in een diepe slaap komt. Daardoor heeft hij geen last meer van pijn en andere ongemakken. Het is belangrijk goed te beseffen dat zo'n sedatie een paar dagen, soms zelfs een week of langer, kan duren. Vaak is dit voor de familie zwaar om dragen en moeilijk te begrijpen. Belangrijk is echter te beseffen dat dit voor de patiënt écht een goede zorg is. Palliatieve sedatie is dan ook echt helemaal iets anders dan euthanasie. Euthanasie is het toedienen van medicatie met als doel dat het overlijden volgt.
3. Keuzes in verband met actieve levensbeëindiging, waarbij doelgericht een dodelijke medicatie wordt toegediend.
- De patiënt krijgt op zijn eigen, duidelijke en herhaalde vraag een dodelijke medicatie toegediend. Het doel is het leven onmiddellijk te beëindigen.
- Deze keuze past uitsluitend in de toepassing van de wet op de euthanasie en is aan belangrijke vereisten gebonden. Zo geldt ze enkel voor patiënten die deze wens zelf kunnen uitspreken of voor mensen die een voorafgaande wllsverklaring euthanasie hebben neergeschreven. Het is belangrijk te weten dat in het laatste geval deze vraag enkel wordt ingewilligd in geval van een onomkeerbaar coma. Dit wordt door de arts vastgesteld.
Een meer uitgebreide beschrijving van de mogelijke beslissingen bij het levenseinde en het wettelijk kader dat erbij hoort, vindt u onder 'INFO'. (Vroegtijdige) zorgplanning is het proces dat u de mogelijkheid biedt om die wensen (vooraf) te documenteren in een wilsverklaring.
Beslissingen bij het levenseinde in de palliatieve fase
Indien u zich op dit moment geconfronteerd weet met een palliatieve situatie, dan kan u met uw naaste(n) en zorgverstrekker(s) alsnog overleggen over datgene wat u wel of niet nog wilt. Zeker wanneer de patiënt zelf nog wilsbekwaam is, is er veel mogelijk. Zelfs wanneer dat niet meer zo is, kan er nog heel wat.
Bespreek dit zeker en vast met de huisarts, de specialist of de voorziening waar uw naaste verblijft. Woonzorgcentra hebben meestal een 'palliatief zorgdossier' waarin de gewenste zorg gedetailleerd kan worden opgenomen. In de thuiszorg kan u hiervoor beroep doen op uw hulpverleners. Indien dat wenselijk is, kan ook de palliatief deskundig verpleegkundige u helpen om - samen met uw huisarts - uw wensen helder en scherp stellen.
Beslissingen bij het levenseinde en vroegtijdige zorgplanning
Hoewel er nog heel wat mogelijk is eens iemand in een palliatieve levensfase terecht komt, missen mensen vaak de rust om te praten over wat men belangrijk vindt. Uit ervaring weten we dat dit soort gesprekken op zo'n moment emotioneel zeer belastend zijn. Zeker wanneer er moet beslist worden 'in plaats van' de (wilsonbekwame) patiënt. Of omdat kinderen het met elkaar niet eens raken rond wat moeder of vader zou gewild hebben. Of wat ze zelf willen voor moeder of vader. Om zoveel mogelijk te kunnen leven tot de laatste dag. Om tijd en ruimte te hebben om op een serene manier afscheid te kunnen nemen, vinden wij het belangrijk om u te vragen even stil te staan bij het belang van vroegtijdige zorgplanning.