Modellen van rouwzorg
Fasemodel van Kübler-Ross - Takenmodel van Worden - Nieuwere modellen
Verschillende therapeuten en rouwdeskundigen hebben het proces van hoe mensen rouwen, proberen samenvatten in modellen van rouwverwerking . Door de jaren heen is de kijk op rouwen verandert. U krijgt de voornaamste modellen hieronder op een rijtje.
Fasenmodel - Elisabeth Kübler-Ross
De Zwitserse psychiater Elisabeth Kübler-Ross verrichtte als één van de eersten baanbrekend werk met haar Fasenmodel. Ze onderscheidt vijf fasen bij een onomkeerbaar ziekteproces:
- ontkenning,
- woede,
- onderhandelen/vechten,
- depressie,
- aanvaarding.
Diezelfde fasen zijn ook herkenbaar in het rouwproces van nabestaanden. Een belangrijke kritiek op dit model is dat de fasen elkaar in werkelijkheid zelden mooi opvolgen. Ze lopen eerder kriskras door elkaar. Bovendien lijkt het alsof iedereen dit rouwproces zomaar moet 'ondergaan'.
Takenmodel - William Worden
De Amerikaanse psycholoog William Worden gaf rouwenden een meer actieve rol:
- Nabestaanden moeten eerst de werkelijkheid van het verlies onderkennen. In het begin is er vaak ontkenning (“Het kan niet waar zijn!”). Daarom is het belangrijk dat mensen afscheid kunnen en mogen nemen.
- Dan moet de nabestaande door de pijn van het verlies. Dit zijn de momenten waarop hij of zij overvallen wordt door hevige emoties. Een luisterend oor, dat deze emoties toelaat, is hierbij het meest helpend.
- De derde taak is om het leven weer op te pakken, zonder de overledene. De nabestaande zelf, of eventueel iemand anders, moet een aantal praktische taken overnemen. Het is leren leven met het besef dat je zonder de ander verder moet.
- Een vierde taak is de overledene emotioneel een plaats geven. Dit wil niet zeggen dat je de overledene vergeet. Wel dat je er in slaagt weer van het leven te genieten en van mensen en dingen te houden. Soms slagen mensen hier niet meer in. Ze besluiten zich nooit meer aan iemand te hechten.
Dit model is nog heel bruikbaar, al is er één en ander op aan te merken. Ook Worden laat uitschijnen dat een rouwende geen enkele andere keuze heeft dan alle taken zomaar te doorlopen, de ene na de andere. Dit is niet altijd de werkelijkheid.
Nieuwere modellen
De nieuwere modellen bekijken rouw eerder vanuit een overkoepelende (systemische, contextuele) en individuele invalshoek.
- Margaret Stroebe en Henk Schut werken het Duale model uit.
In dit model slingeren rouwenden heen en weer tussen een verliesgerichte en een herstelgerichte kant. Het ene moment zijn ze bezig met het verlies en de met de overledene. Het andere moment worden ze getrokken naar de realiteit van het leven en de toekomst. Vooral wie lang blijft vasthangen in de ene of de andere kant van de slinger, kan bijkomende professonele hulp nodig hebben. - Robert Neimeyer, een Amerikaans rouwdeskundige, ziet rouwen vooral als een proces van betekenis geven. Betekenis geven aan een leven zonder de overledene aan de ene kant. Betekenis geven aan een eigen - nieuwe - identiteit aan de andere kant. Door het verliezen van een geliefde, verandert er immers ook iets bij de persoon zelf.
Deze nieuwere theorieën zien rouwen vooral als een proces waartbij de nabestaande voortdurend beïnvloed wordt door zijn omgeving en zijn eigen omgeving beïnvloedt. Rouwen kan zo als een veranderingsproces, een groeiproces gezien worden, eerder dan als een 'herstel'proces. Deze nieuwe inzichten leren ons dat rouw niet alleen te maken heeft met negatieve gevoelens. Er zijn ook positieve gevoelens mogelijk, waardoor niet iedereen een lang en pijnlijk proces doormaakt. En dat ook dat 'normaal' kan zijn.